zondag 20 januari 2013

San Pedro de Atacama

We zijn de afgelopen week neergestreken in San Pedro, midden in de Atacama woestijn.

We zijn vanaf de pas Aqua Negra vanuit Argentinië weer Chili in gekomen. Via Vicuna waar de berghellingen vol staan met wijnranken voor het maken van de nationale drank: de Pisco, door het stadje La Serena en Copiopo, naar Antofagasta.

Copiapo en Antofagasta zijn bekende plaatsen die aangedaan worden met de jaarlijkse Dakar rally. We hebben die op een haar na gemist, wat Gerard erg jammer vond, maar gelukkig heeft hij wel een T shirt weten te bemachtigen. Het is meer dan 1200km woestijngebied waar we doorheen moesten. Een asfalt/verhard zandpad met alleen maar zand, heuvels en heel veel kapelletjes langs de kant van de weg van mensen die op/langs de weg het leven lieten, de een met enkel een kruis en anderen als soort tempels. Zonder overdrijven hebben we meer dan 100 van dit soort gedenktekens gezien. Chili heeft de grootste kopermijn ter wereld, maar doordat het weekend was, helaas gesloten. Omtrek is 120 km en 1 km diep.

Via Calama naar San Pedro de Atacama. Dit is een woestijndorp, met overal zand in de straten. Het is en bekend backpackers plaatsje, waar vandaan veel excursies worden georganiseerd. Wij zijn als eerste naar de Tatio geisers gegaan op 4600 mtr hoogte. 130 geisers spuiten water van 85 gr, want op deze hoogte is dit het kookpunt. Gerard heeft er nog in een van de geisers gezwommen en zich met modder ingesmeerd.

2e excursie die we gemaakt hebben is een driedaagse trip naar Bolivia naar Uyuni, waar de Salar ligt, het grootste zoutmeer ( hier winnen ze zout voor consumptiedoeleinden) ter wereld, 2100 km2. In het stukje niemandsland, tussen Chili en Bolivia werden we opgepikt in drie 4wheel drive landcruisers, want de wegen in Bolivia zijn geen wegen, maar klei met stenen. In Bolivia is het de maanden januari/februari regenseizoen, dus paden waren slecht en slipperig. We hebben wederom flamingo’s  gezien in een smaragdgroen meer, lama’s, alpaca’s, chinchilla’s, een adelaarsnest en dat alles op een hoogte van ong. 5000 mtr. Twee groepsleden hebben last van hoogteziekte gehad. De Salar is een verhaal op zich. Er wordt met de landcruisers gewoon over het zout gereden, wat een aparte ervaring is. Helaas had het voordat we kwamen er 3 dagen continu geregend, dus er lag een laagje water op het zout, wat prachtige weerkaatsingen van de wolken in het water, gaf. Er is daar ook een zouthotel, waar de tafels, stoelen, bedden van zout zijn opgetrokken. Bolivia is zo’n arm land, maar zo rijk aan grondstoffen en mineralen, zoals  o.a. lithium, zilver, sulfaat, salpeter en borax. De buurlanden pikken steeds meer grond in en omdat Bolivia geen leger heeft, kan dit ongestraft. Bolivia heeft eens de hulp van Amerika ingeroepen toen Chili Bolivia de toegang tot de zee ontnam, maar in ruil daarvoor wilde Amerika 92% van de geëxplodeerde mineralen. Deze licentie is binnenkort afgelopen, maar Amerika heeft deze rechten doorverkocht aan Japan. Zo blijft de Boliviaanse bevolking arm. We hebben daar natuurlijk ook de vrouwen met de bolhoeden gezien, maar het fotograferen lukt bijna niet. Toen we Bolivia verlieten, moesten we de douane 30 Boliviano’s betalen, anders kwamen we het land niet uit! Weer een andere variatie op de levensmiddelencontrole die we steeds aan de grens gehad hebben!