int(113) De nieuwe camper - Gerard en Thea Lascaris op reis
vrijdag 20 oktober 2017

Tasmanië (Tassie)

Onze 10uur durende boottocht naar Tasmanië was een met veel hoge golven, waardoor ik zelfs last van m’n maag kreeg en ook maar zo’n reispilletje van Gerard heb ingenomen.

Er wordt overal gewaarschuwd voor het weer, dat van het ene op andere moment kan omslaan. De eerste dagen kenmerkten zich met veel wind en buien, echt Nederlands dus. Ook ontkom je nergens aan het water dat overal is, ook in de Highlands.

Tasmanië is 1,5 keer groter dan Nederland en er wonen maar 450.000 mensen. Alleen rond de grote plaatsen zoals Hobart en Launceston zijn wat meer auto’s, verder is het een heel rustig en reaxed eiland met veel natuur en wildlife.

Verder is het een groen, bosrijk en glooiend landschap met enkele bergen tot 1600 mtr, waar nog sneeuw op lag. Er is veeteelt (runderen en schapen) hop-, fruitteelt, koolzaadvelden en wijnbouw. Qua elektriciteit voorzien ze in eigen behoefte met waterkrachtcentrales. Tassies vinden zichzelf wel bij het Mainland horen, maar toch ook weer niet. Regels/wetten worden naar eigen interpretatie vorm gegeven. Industrie is er nauwelijks, alleen vis gerelateerde bedrijven en kleine scheepsbouw. Daarom is de luchtkwaliteit op het eiland de beste van heel de wereld (volgens de Tassies dan!)

Ineens zagen we bollenvelden, weliswaar nog niet helemaal in volle bloei, maar Gerard voelde zich weer helemaal thuis! Gesproken met de eigenaar: van Diemen en over het feit dat zij over Lisse en de Nachtegaal wist te vertellen! Hoe klein is de wereld!

De wegen zijn bijzonder goed evenals de gravelpaden. Mooie off road routes gereden, waar op ‘n gegeven moment een pontje (waar maar 1 auto op past) ons verder bracht.

De  borden waar de diverse afstanden naar andere plaatsen worden aangegeven, staan bij off road wegen in minuten. Erg handig!

The Wall was een van de hoogtepunten. Deze kunstenaar maakt uit hout beeltenissen en figuren uit het plaatselijke Huonhout. Hij beeldt het leven van de eerste settlers op Tasmanië uit op een 100 mtr. lange wand. Maar zo levensecht, zo vol detail, dat iedereen die het Jopie Huisman museum in Workum kent, weet wat ik bedoel. Wij kwamen dit NB te weten bovenin Australië toen we daar reden, door een Aussie die hoorde dat we ook nog naar Tasmanië gingen, dat we daar beslist naar toe moesten!

Port Arthur, op een schiereiland in het zuiden, was een oude strafkolonie, maar nu volledig gerestaureerd. Zelfs de bedden in het oude hospitaal zijn te zien. De tuinen zijn vol bloesem en lentepracht.

Wat zeker niet vergeten mocht worden, was het zien van de Tasmanian Devils! In de Unzoo, waar een fokprogramma en opvang voor deze dieren is, hebben we deze goed kunnen zien. In het wild zijn er genoeg, maar eigenlijk zijn het schemerdieren. Devils zijn net als kangeroes en koala’s, buideldieren. Jonge devils zijn zwart met specifieke witte strepen, ouderen worden bruinig. Het zijn carnivoren en eten hun prooi met vacht en botten geheel op. Hun kaken hebben een kracht van 300 psi, dus je hand is er gegarandeerd af als je te dichtbij komt.

Soms rijdt je een dorpje binnen en denk dat je werkelijk in Engeland of Schotland bent. Zelfs de straatnaam is in schotse ruit!

Veel Nederlandse namen zie je hier op vrachtauto’s zoals: de Bruyn, van Kemenade en van der Laan.

Dat Nederlanders en Engelsen hier goed kunnen aarden, begrijpen we wel. Qua klimaat, water overal en landschap!

Resumerend was Tasmanië een schitterend eiland, mooier als we dachten en voor drie weken eigenlijk tekort. Morgen gaan we weer op de boot naar Melbourne, waar we onze laatste week op dit continent, ingaat. Er moet nog veel geregeld worden voor/door de reder en de douane, alvorens hij donderdag de 26e op de haven neergezet kan worden.