int(103) De nieuwe camper - Gerard en Thea Lascaris op reis
zondag 9 april 2017

Great Ocean Road

Extremen

Na de hectiek van de F1 en de drukte van de stad Melbourne, gaat het reizen door Australië nu echt beginnen! Het plan is om westwaarts te rijden naar Perth met af en toe een uitstap naar de Outback.

De Great Ocean Road was mooi en grillig tegelijk. Wat ‘n kracht heeft de oceaan en het weer kan zomaar omslaan.

We waren nu een week onderweg en nog geen wildlife gezien! Wel dode kangoeroes die waren aangereden en een dode koala langs de kant van de weg. Met levend wild moesten we wachten tot we in de Outback waren. Wel hoorden en zagen we lawaaipapagaaien in de vorm van hordes witte kakatoe’s  en roodbuikpapagaaien.

In Adelaide, ook een universiteitsstad was veel invloed van de Engelse bouw terug te vinden. Maar ook hier, net als in Melbourne was het OV gratis. De beleefdheid naar de chauffeur om hem te bedanken voor de rit, als je uitstapte, is iets wat je in Nederland niet meer vindt. Als we even in de stad keken op de meegenomen plattegrond, kwamen er direct mensen aan om te vragen of ze konden helpen. Wat n prettige omgangsvormen!

Boven Adelaide zijn we een week de Outback ingegaan. Wat ‘n desolaat gebied, wat ‘n hardheid om hier voor mens en dier te overleven, wat ‘n eentonigheid qua landschap. Alleen maar kleine polletjes houtachtig gewas, verder geen levend wezen, behalve dan de paar “zotten”, die het lot willen tarten. In de Outback is het een ongeschreven regel dat je elkaar helpt, want de 1 a 2 auto’s die er per dag langskomen, kan het verschil zijn tussen leven of dood. We hebben 1 Aussie uit het mulle zand gehaald, die met z’n dronken kop onder een van de zeldzame bomen in de schaduw, een biertje wilde drinken! Ashhole!

De temperatuur werd warmer en warmer en gaf 33-35 graden aan en nergens schaduw! Gelukkig koelt het ’s nachts goed af. We kwamen verschillende grote zoutmeren tegen, de gelijkenis herleefde met Uyuni in Bolivia. Na 720 km in de Outback, met maar twee handelsposten onderweg, waar getankt en etenswaren gekocht kon worden, (golfen kon hier ook!), kwamen we aan in Coober Pedy. Het gebied rond Coober Pedy is bekend om z’n opaalmijnen Het geeft n kraterachtig landschap met overal grote bulten aarde. In deze aarde worden dan weer huizen, scholen, kerken gebouwd, want ’s zomers loopt de temp hier op tot wel 50 gr. Vanuit Coober Pedy gaat de Stuart Highway Noord naar Alice Springs (700 km en daarna 1300 km naar Darwin). Maar omdat we daar 15 jaar geleden al geweest waren, zijn we via de Stuart Highway Zuid (wat ‘n zaligheid weer asfalt) naar Port Augusta aan zee, te gaan. De Stuart Highway wordt ook gebruikt door Road trains (vrachtwagens met wel 4 aanhangers) en als landingsbaan door de RFDS. (Royal Flying Doctor Services).

Over dit stuk terug hebben we 1,5 dag gedaan. Komen we op deze weg een man tegen die lopend, met een karretje voortrekkend, naar Darwin te willen gaan. Deze man moet echt een deathwish hebben gehad!

Aangekomen in Port Augusta ondergingen we weer de drukte van een stad en waren de verlaten en vaak kaarsrechte wegen met geen rotondes of stoplichten, zand en stof overal, weer even verleden tijd. Maar ook hier was het nog steeds erg warm en aan zee dachten we wat af te koelen. We hadden onze stoeltjes buiten gezet om aan zee te lunchen in de schaduw va een boom, draait de wind en neemt in kracht toe en in 1 minuut tijd gaat de temp van 34 naar 20 gr. Pfff heerlijk!

Dit waren twee weken van extremen: de drukte en de leegte en van zeer warm tot aangenaam.

Toen we twee weken geleden begonnen, vergeleken we het landschap waarin we reden, vaak met Nieuw Zeeland. Maar het kan niet met elkaar vergeleken worden. Zo totaal verschillend. Australië moet op z’n eigen merites beoordeeld worden: soms lieflijk, soms rauw.

Wordt vervolgd.